Het Kargadoor: van Gepolitiseerde Jeugdbeweging Naar Commercieel verhuur pand.
Utrecht staat bekend om haar vele werfkelders. Deze werden vroeger gebruikt als opslag plaatsen, ze stonden vaak onder straat niveau en dichtbij het niveau van het water zodat de schepen daar hun goederen konden lossen. Vanaf het einde van de 19e eeuw kwam er meer verkeer over land voor, en dus raakte de werfkelders in verval. Vanaf 1948 werden veel werfkelders weer gerestaureerd, en nu worden ze vooral gebruikt voor diverse uitgaansgelegenheden.
Zoals de Kargadoor, deze is tegenwoordig een
sociaal- maatschappelijk en cultureel centrum. Er worden
hier optredens en lezingen gegeven, en ook is hij te huur voor vergaderingen. Maar dat is nu, in de jaren 60 was deze oude werfkelder een belangrijk cultureel instituut voor jongeren in Utrecht.
In 1958 werd de Kargadoor opgericht door de protestantse RobertBaeldestichting. Het motto was ‘Houd de jeugd van de straat’, het was de bedoeling dat dit clubhuis jongeren tussen zestien en drieëntwintig van de straat zou houden. Er werd toen gedacht dat jongeren losbandig en crimineel gedrag zouden vertonen als zij niks te doen hadden. De Kargadoor zou deze vervelende jongeren sturing geven.
Toen Koos van Duinen in 1965 de hoofd leidende functie kreeg in het Kargadoor, wou hij van de werfkelderhet centrum van culturele activiteiten en speelse evenementen maken. Cultuur en politiek namen de plaats van het eerdere maatschappelijke vormingswerk paste beter bij een nieuwe groep jongeren. ‘De vergeten middengroep’, jongeren die geen arbeidsjeugd, en geen conventionele studenten waren, maar er tussenin vielen. Jongeren die zich niet interesseerde in het normale jeugdwerk.
Het Kargadoor breide uit naar meer activiteiten in de jaren hierna, en huurde vaak ruimtes in voor hun eigen activiteiten. Toch was er behoefte aan een vaste ruimte, daarom werd er in 1969 een pand aan de Oudegracht aangekocht. Rond deze verhuizing veranderde de Kargadoor van een ontmoetingscentrum in een organisatiecentrum voor alternatieve groeperingen. Groepen die een tegenreactie hadden op de toenmalige maatschappij, bijvoorbeeld feministen, homoseksuelen en politieke activisten.
Toen in 1970 het nieuwe pand werd geopend veranderde de Kargadoor in het ‘Centrumvoor InformatieveCommunicatie Kargadoor’. De bedoeling was hiermee om groepen die een alternatieve maatschappij wilde realiseren begeleiding te geven. Omdat deze groepen vaak niet hun idealen konden realiseren. De Kargadoor ging hiermee in de richting van een gepolitiseerde vorm van jeugdbeweging.
Dit veranderede al snel in 1971, De Robert Baeldestichting die al jaren subsidie gaf aan de Kargadoor en twee andere jongerecentra, kon dit financieel niet meer aan. De drie jongerencentra gingen in 1971 op in Stichting Vrije Sentra, op initiatief van Koos van Duinen. Dit zorgde al snel om spanningen tussen de Kargadoor en de Raadskelder, door machtsverschil en persoonlijke conflict. Door de leiding van
de Raadskelder kreeg van Duinen de bijnaam ‘Kolonel van duinen’. Iets wat in een tijd toen Griekeland bestuurd werd door een fascistische kolonel, een enorme belediging was. Niet lang hierna vertrok van Duinen, gevolgd door zijn belangrijkste stafleden, waardoor de Utrechtse tegenbeweging ten einde kwam. Om open te blijven vercommercialiseerde de Kargadoor, wat op de dag van vandaag gebleven is.
Bronnen:
http://www.kelderkaartutrecht.nl/images/rak1_v_36FiPa.pdf
Utrechts Nieuwsblad, ‘Van Duinen gelooft in MASSA. Pré-brommertijdperk en brommertijdperk’, 14 januari 1967: https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mizig=91&miadt=39&miaet=14&micode=UN_1967&minr=2279781&miview=ldt